Reisverhaal «Het staartje van Australië (Townsville - Brisbane)»
My First Trip...
|
Australië
|
0 Reacties
28 Juni 2023
-
Laatste Aanpassing 28 Juni 2023
Magnetic Island heeft een sterke aantrekkingskracht op mens en dier. Vanmorgen namen we de ferry vanuit de haven van Townsville naar dit eiland. James Cook zijn Cape Tribulation was profetisch want toen hij voorbij dit eiland voer sloeg zijn scheepskompas volledig tilt. Geen betere reden dus om dit eiland zijn huidige naam te geven. Nu, niet alleen Cooks kompas draaide door, ook wij waren bij aankomst even volledig het noorden kwijt! Nooit gedacht dat er voor de kust van Australië een Mediterraans eiland lag. Vandaag reden we tot aan Horsshoe Bay en het leek wel of we even terug in Europa waren in een of andere Adriatische badplaats. Naar Australische maatstaven is alles hier kleiner, en (ver)fijn(d)er. Er hangt hier dan ook een heel gezellige vakantiesfeer wat dan weer toeristen van allerhande pluimage aantrekt. Een internationale horde backpackers, inlandse Cowboys als dagjestoerist (hun camperbeasten zijn immers te groot voor dit eiland), de Australian Urban busjesreiziger….kortom een enorme humane verscheidenheid en dit in een immense biodiversiteit. Dit eiland worden wel eens Klein Australië genoemd en dat is verre van gelogen. Op dit kruispunt in zee van zuidelijke eucalyptusland, noordelijk tropenland en westelijk outbackland kom je heel Down Unders faunaboerderij op een kluitje tegen! Bij de overtocht konden we reeds een tijgerhaai en een rog spotten. Bij aankomst nestelden we ons op het knusse strand van Horsshoe Bay waar we in de getijdenzone een octopus zagen. Maar op onze camping ontplofte de beestenboel pas echt! Deze kampeerplek zou zich dan ook beter de Ark van Australië noemen. We werden verwelkomd door drie koala’s in de bomen, een megakookaburra op een tak, nog een snelle springkoala op verplaatsing, Mango, de huiskangoeroe die zich liet aaien in de campkitchen, een hele zwerm vleerhonden en terwijl ik hier aan het typen ben hoor ik de wallaby’tjes rond mij springen! Magic Magnetic Attraction!
Moeder natuur heeft mededogen. Na ons kasuarisfiasco leek het vandaag wel een dierenstriptease. We zijn nog steeds op Magnetic Island. Tweehonderdvijftig miljoen jaar geleden borrelde een vulkanische granietgebergte uit de ondergrond naar boven. Daarna verkruimelden weer en wind deze steenmassa tot enorme bolders. Een ijstijdje later verdween dit gebergte onder water om met de uitstekende toppen het Magneeteiland te vormen. Al vinden wij de naam Australische Corsica beter passen. Mocht je de eucalyptus immers door olijven kunnen vervangen dan had Frankrijk er een Mediterraan eiland (weliswaar op het zuidelijk halfrond) bij. We deden de Forts Walk. Deze mooie wandeling bracht ons bij enkele prachtige uitzichtpunten op het eiland en leidde ons ook langs de restanten van een (Amerikaanse) verdedigingsbatterij uit de Tweede Wereldoorlog. Wat de beestjes betreft hadden we op deze trail meteen al prijs. Na enkele opwarmingskoala’s zagen Oscar en Charlotte een fotogeile, telegenieke boombeer hangen die vol overgave zijn lijf in de klikstrijd smeet. Het resultaat van deze fotoshoot waren enkele beeldschone (haha) foto’s. De kookaburra’s hadden er trouwens eveneens zin in want ook zij lieten zich voor de lens van hun mooiste, grappigste en arrogantste kant zien. We passeerden nog even langs een verdoken strandpareltje met de naam Florence Bay en hadden ook een schitterend zicht op Arthur Bay. En toen moesten de rotswallaby’s nog komen. Bij Geoffrey Bay kon je deze semi-wilde dieren namelijk van heel dichtbij gaan bewonderen, al moest je hen dan wel met een hapje betalen. We sloten de dag af op het strand van Alma Bay. Daar kon Charlotte al snorkelend een Picasso Doktersvis spotten en hadden de jongens het geluk om met een hele knappe zeekomkommer op de foto te mogen gaan. Een toffe dierenspotdag dus met nu nog een vleerhond boven ons hoofd die zijn vruchtenpelletjes naar beneden laat kletteren. Oooh wildlife, we love you!
Vanmorgen vroeg namen we de veerboot terug naar Townsville. Langs de suikerrietpolders, de cattlesavane, de mangoboomgaarden en de eucalyptuskustbergen kwamen we door al the roadworks heen in Airlie Beach terecht. We hielden wel nog een korte tussenstop bij de Giant Mango van Bowen om er, hoe kan het ook anders, een mangosorbetje te proeven. Jazeker we begonnen nu echt aan ons laatste stukje roadtrippen richting Brisbane. In drinkfonteintjesland zijn we inmiddels al een tijdje crockwise maar vandaag werden we ook nog sharksmart en useden we ons trainbrain. Dit laatste slaat op het feit dat je goed moet opletten voor overstekende sugarcane treintjes die momenteel in volle oogsttijd op hun eigen smalspoorlijntjes naar de suikerfabrieken tuffen en hierbij vaak de Bruce Highway moeten kruisen. Airlie Beach is een hele toffe kustbadplaats met een supergezellig centrum. Het bruist er van het jonge levensgeweld maar ook voor gezinnen en senioren is er zeker plaats genoeg in deze (jeugd)herberg. De sfeer is er gemoedelijk en uitnodigend, allesbehalve schreeuwerig en opgefokt dus. Ook het uitzicht van Airlie is om jaloers op te zijn. Hoe fantastisch is het niet dat de beboste bergen waarop dit stadje deels gebouwd werd uitlopen tot in de helderblauwe zee. Alleen jammer dat je in dit stukje kustparadijs weerom niet kunt zwemmen. Net zoals in Cairns en in Darwin heeft men ook hier een alternatieve ‘Lagoon’ aangelegd waar vooral jong maar dus ook oud gretig gebruik van maakt! Wat onze jongens echter nog meer dan deze zwempoel konden waarderen, was het mega klimspeelplein aan de zuidkant van de wandeldijk. Echt tof, (ook voor klauterouders trouwens). Vanavond slapen we nog eens ‘in de graskanten’ op de sjokvolle free camping van Prospherine. Oh ja, bijna vergeten. Normaly we had to be Cass aware ry, maar als wij nog eens zo’n beest zouden tegenkomen dan knallen we hem gewoon van de baan 😊.
Sunrise with the wallabies…Als dat niet mooi klinkt! Cape Hillsborough NP wordt aangeprezen als de plek waar je bij zonsopkomst foeragerende wallaby’s op het strand kunt spotten. Dit leek ons ontzettend cool, dus wij daarheen. Maar helaas ’t was een Muppetshow. Het is slechts een theaterstukje waarbij kangoeroes en wallaby’s de fotogenieke acteurs zijn die men in een sunrise-decor plaatst. Net voor zonsopkomst komt er namelijk een ranger van het park met een bolderkarretje vol voedsel en sportkegeltjes naar het strand getjoekt om er een voederterrein af te bakenen. De kijk- en vooral kliklustige bezoekers van dit dubieuze spektakel kunnen hierdoor netjes op een rijtje gaan staan zodat ze niet in elkaars fotobeeld lopen. Dit toneeltje dat elke dag herhaald wordt levert natuurlijk ‘magische’ foto’s op maar het is dus fake en pure pictureframing. Is dit erg? Pff, wij waren alvast erg ontgoocheld en vonden het jammer dat we hiervoor zo vroeg uit ons bed gekomen waren. Maar om nu te beweren dat dit misdadig of ziekelijk is. Kijk, de ranger wist in haar uitleg te vertellen dat deze dieren in dit park sowieso al moeilijk voedsel kunnen vinden waardoor ze zich voor zonsopkomst vaak op het strand wagen om er eten te zoeken. Je zou dus kunnen stellen dat men door het bijvoederen enkel de timing van hun zoektocht naar een foto-interessanter moment verplaatst. Ook het argument dat het hier om onnatuurlijk gedrag zou gaan verdient een kanttekening. Wat is immers ‘natuurlijk’ gedrag. Dieren- (en ook mensen)gedrag wordt immers bepaald door de omgevingsomstandigheden. Een vos die in de duinen leeft zal ander gedrag vertonen dan eentje die in het bos woont. Of als een koolmeesje dorst heeft en een lekkend kraantje ziet, dan zal dit beestje niet naar een rivier vliegen omdat dit ‘natuurlijker’ is. Wat gedrag betreft zijn dieren dus vaak buitengewoon flexibel en niet zo ‘natuurlijk’ als we dat zelf zouden willen. Los van deze nuance blijft het natuurlijk wel zo dat dit soort activiteit geen spatje ‘magie’ in zich heeft. Magische sprookjesbeelden dat wel, maar sprookjes bestaan helaas niet.
Cape Hillsborough is magisch 😊. De natuur hier is als een huis waarbij elk kamertje geheel anders werd ingericht. Zovéél verschillende biotopen en dat op een relatief klein uitsteekseltje in zee. Ecologen kunnen zich verwonderen over hoe snel de verschillende leefomgevingen elkaar afwisselen. Waar de oceaan voor wat vochtigere lucht zorgt zit je onmiddellijk in de jungle. Maar ga je enkele meters verder dan sta je plots tussen de eucalyptusbomen en de ‘Exaggutors’ in het stugge gras van de open boslanden. Aan zee heb je dan weer mangrovebossen, (lava)zandstranden en rotspoelen. Veel variatie dus. Bijgevolg kunnen zoölogen hier ook in hun handjes wrijven want al deze habitats trekken een hele meute van verschillende dieren aan. Behalve dus enkele zandwallaby’s zagen we een horde kookaburra’s, brush turkeys, Orange-footed Scrubfowls en konden we vanop Turtle Lookout zelfs enkele zeeschildpadden boven water zien komen. Ook aan het strand was er veel te bezichtigen en vooral te rapen onder de vorm van talloze schelpen met de zotste vormen en de mooiste kleuren. Hoe we al die verzamelde strandvondsten ooit nog dit land uit zullen krijgen is een compleet raadsel 😊. Tenslotte is Cape Hillsborough ook een must see voor geologen. Vierendertig miljoen jaar geleden was deze plek namelijk het decor van een gigantische vulkaanexplosie. Het gevolg van deze knal vertaalt zich in de aanwezigheid van spectaculaire lavarotsformaties en vulkanisch glas langsheen de gehele grillige kustlijn. Prachtig en beangstigend tegelijk om te zien hoe mooi de destructieve kracht van onze aarde wel niet kan zijn. Brrrwaauw! Een terugkomend zeer was weer eens de lengte of liever ‘korte’ van de aanwezige trails. Dit losten we echter op door drie kortere wandelingen aan elkaar te breien. Uiteindelijk wandelden we via bossen, rotsen en strand langsheen de gehele landtong en konden we ook via de low tide causeway het aangrenzende Wedge Island bezoeken. Kortom, een aangename tocht doorheen dit opmerkelijke Nationaal Park dat -uitgaand van haar eigen schoonheid- de controversiële Wallabeach make-up echt niet nodig heeft om aantrekkelijk te zijn.
En knal! Weer een cliché doorprikt en een illusie armer. Zeggen dat Australië hét land is van de hippe surfboys & girls is als beweren dat de woestijn een regenwoud is omdat je er de oases hebt bezocht. We zijn ondertussen van Cape Hillsborough via Rockhampton -de beefstock capital- naar Agnes Water gereden langs de cool klinkende Pacific Highway. Veel oceaan hebben we tot nu toe nog niet gezien of ’t is dat men er de uitgestrekte eucalyptussavannezee mee bedoelt waar duizenden koeien staan te grazen. Ja voor die paar trendy spots langs de Queenlandcoast krijg je een gigantisch landelijk boerenachter(gesteld)land in de plaats. In het land van Alby Mangels staan er achter de rug van elke hipster beachboy bijgevolg een tiental modeonbewuste cowboys die zich geen fluit aantrekken of ze al dan niet ‘cool’ bevonden worden en die in een surfplank alleen maar een deur zien om een koeienstal mee af te sluiten. En zo hebben wij het graag want deze niet op het uiterlijk afgaande, wind-in-de-broekloze Ozzies vinden wij net fantastisch!
Agnes haar water breekt smooth. Voor de beginnende surfer is dit the place to be omdat de golven er mooi rollen maar daarbij geen waterlawines veroorzaken. Een ander voordeel van deze kustgemeente is dat je er al wat minder kans hebt om in de tentakels van een kubuskwal of de bek van een zoutwaterkrokodil terecht te komen. Het aangename zandstrand van Agnes Waters trekt trouwens niet alleen surfgroentjes aan. Ook Mel & Mendy Modaal kunnen het zand en de zee hier wel smaken. Voor ons mensjekijkers van het eerste uur dé ideale plek dus om ons twee dagen op een camping te nestelen. We zagen weerom heel wat Grey Nomads, waarvan er sommigen niet terugdeinsden om op hun oude dag met een bodyboard nog een golfje mee te pakken. Respect ol’ man! Ook waren er de Beachcowboys & girls die bepakt en bezakt met heel wat strandstuf in hun sunprotectionlycras en cowboyhoed een stukje strand kwamen koloniseren. Naast nog een horde jonge Europese toeristen tenslotte konden enkele hipster dipster gezinnen met gebronzeerde surfparents en hun nest blonde langharige nakomelingen (oeps 😊) natuurlijk niet ontbreken. Boeiend om al dat mensenvolk af te schieten en dan vast te stellen dat ze hier op het onderste stuk van de wereld op het strand krak hetzelfde doen als bij ons in Blankenberge. Ja, de wereld is een dorp en hier krijg je er zelfs twee voor de prijs van één. Behalve aan Agnes Water brachten we namelijk nog een kort bezoekje aan zusterdorp (Town of) 1770. Op deze plek kwam James Cook himself even van zijn schip de HMS Endeavour om er een ‘Engels’ uitziende loopvogel te vangen en binnen te spelen. Het gevolg van Cooks grootse daad was dat het dorpje dat er later kwam zich noemde naar het jaartal van dit spectaculaire gebeuren en de baai, Bustard Bay naar de onfortuinlijke pechvogel werd vernoemd. Oké…Dan waren wij toch blij dat we ons bezoek aan deze tweelingdorpen konden afsluiten met een heerlijk fish & chips family pack (met kippenkruiden op de frietjes als eerbetoon aan die loopvogel 😊)
Na letterlijk de helft van Australië eraf gereden te hebben en slechts op tweehonderdvijftig kilometer van onze eindbestemming Brisbane hebben we in het land van de Barrafish dan toch nog een plekje gevonden waar we misschien zouden kunnen aarden. Om te beginnen verklaren we nu alvast 99% van dit land ‘onleefbaar’ wegens te afgelegen. Fantastisch om doorheen te reizen, maar wonen? No way! Als er al ergens iets te beleven valt dan is het aan de kusten. Port Fairy was daarom aangenaam maar bij nader inzien een beetje te koud in de winter. Ook Airlie Beach vonden we super maar met een zee vol ongedierte toch niet helemaal ons ding. Agnes Water? Mja….Maar Hervey Bay heeft echter alles wat we zochten! In deze middelgrote badplaats met een aangenaam jaarrond zomerklimaat op een schelpworp van K'gari (Fraser Island) heb je een prachtig zandstand langs de Esplanade waar je op je gemak een zwempje kunt doen in de rustige zeestraat tussen het vasteland en het naburige eiland (wat trouwens het grootste zandeiland ter wereld is). En heb je zelf geen zin om te zwemmen dan kun je er vanaf juli de zwemkunsten van doorreizende walvissen gaan bekijken. Jammer wel van de hegemonie van koning auto, maar dat is een kwaal die voor heel Woolycountry geldt! Vandaag brachten we deze leuke kuststad dus een bezoekje na een laatste nachtje op een zalige free campingsite in een eucalyptusbos bij een meertje. (Aaah vuurtje, natuur, rust, vrijheid. Het mooiste wat we van dit land onthouden!) Langs de levendige Esplanade palmden we een picknicktafel in en lieten de kinderen los op weer eens een mega klimspeelplein. Na drie maanden Australië zullen het dan ook echte Japanse Ninja Warriors geworden zijn! Ja, Hervey Bay…Enkel Zomerhit nog tot hier zien te krijgen.. en de Kerkstraat en het Leopold III plein en de jachthaven en..
Momenteel staan we op onze laatste camping in Dicky Beach. Morgen mesten we heel ons busje uit om hem/haar? overmorgen in Brisbane af te leveren. Van deze stad zelf zullen we waarschijnlijk niet zo veel te zien krijgen want de dag nadien vliegen we al op Bali om vervolgens direct door te reizen naar Sulawesi. Onze reis door Australië zit er dus op, 11.910 kilometers later hebben we nog maar de helft van dit land voor een stukje kunnen bewonderen. We blijven het herhalen, Terra Australis is ont-zet-tend groot! Alle schoonheden en machtigheden die we zagen hebben we in onze blogverslagen vermeld. En toch zijn het niet dat soort natuurwonderen die in dit land de grootste indruk hebben nagelaten. Down Under the ground van Australië ligt er een gigantisch onderaardse stroom die zichzelf in miljoenen jaren tijd heeft opgebouwd en die er nu voor zorgt dat ondanks het aride klimaat er haast overal in het binnenland nog bomen te vinden zijn. Down Under the surface van hun samenleving hebben ze echter een veel duisterdere stroom die voor ons lange tijd verborgen bleef maar die in de loop van onze reis pijnlijk aan de oppervlakte kwam. We vertelden reeds dat we via tal van infoborden heel wat te weten kwamen over de verschillende cultuurfacetten van de talloze Aboriginalstammen die dit land bevolken. We leerden de Aboriginals hun cultuur dus kennen, maar de mensen zelf vreemd genoeg niet. Het lukte ons (bijna) nooit om met hen in contact te komen. Elke ontmoeting was vluchtig, schimmig, vreemd. Bijna als twee verschillende diersoorten die elkaar ontmoeten, taxeren en dan veiligheids-en gemakshalve beslissen om toch elk hun eigen weg te gaan. En zo begon het bij ons beetje bij beetje te dagen. Wat wij ervoeren was de harde realiteit van een gescheiden samenleving. Australiërs en Aboriginals leven niet met elkaar maar naast elkaar, elk in hun afgesloten wereldje. Het lijkt alsof ze beiden door een onzichtbare stroom van elkaar gescheiden zijn en elk op hun eigen oever leven. Er is dan wel een soort formele beleefdheidsvrede tussen beide groepen maar daar houdt het dan ook bij op. 'Verdoken' segregatie bestaat nog, en tot onze grote verbazing zagen we het in Australië! Oké tussen hen in ligt er in de stroom dan wel een symbolische ‘verbindende’ floodway van goede intenties om via campagnes, een algemeen ministerieel pardon en infoborden de Aboriginalcultuur te herwaarderen, maar daardoor zijn de mensen zelf nog niet met elkaar verbonden. Deze floodway wordt immers nog te vaak overspoeld door een stroom van wederzijds onbegrip en wantrouwen. Wat Australië nodig heeft is geen floodway maar een brug. Een brug die langs beide kanten van de oever naar elkaar toe moet groeien. Om deze brug te bouwen hebben ze weerom langs weerszijden stevige pijlers nodig die boven de stroom uitkomen. Mensen dus, als voorbeeldfunctie, die het wantrouwen en onbegrip overstijgen en die tonen dat het toch mogelijk is om ondanks het reusachtige cultuurverschil met elkaar samen te leven. In die zin zien we in dit land net een geweldige paradox ontstaan. Hoe meer autonomie de Australische regering de Aboriginals namelijk teruggeeft, hoe meer elke groep aan ‘hun kant van de stroom’ gaat leven en hoe dieper deze First People bijgevolg in de marginaliteit geduwd worden of zichzelf naar die rand duwen. Ondanks het feit dat deze initiatieven dus met de beste bedoelingen gebeuren vrezen we dat ze op termijn net het omgekeerde effect zullen hebben. Zelfbeschikkingsrecht is niet altijd een zegen en wat je zelf doet doe je niet altijd beter. Samenwerking en net eenheid in verscheidenheid zijn volgens ons pistes die veel lonender kunnen zijn. Het zuiverste wit bekomt men immers toch ook door alle kleuren goed door elkaar te mengen?