Reisverhaal «Kep (Kampot) en weekendje Sihanoukville»
My First Trip...
|
Cambodja
|
0 Reacties
29 Januari 2023
-
Laatste Aanpassing 29 Januari 2023
25/01/23
Na een momentje in spanning te hebben zitten wachten of onze was nog tijdig klaar zou zijn. Is het ons dan toch gelukt om de bus te halen die ons naar Kep moest brengen. Kep-sur-Mer had het Saint- Tropez van Cambodja kunnen worden ware het niet dat de Rode Khmer het ook hier weer verpruts heeft. In de Frans koloniale tijd was deze badplaats nog the place to be aan de Cambodjaanse kust en verrezen er hier mondaine villa's als paddenstoelen uit de grond. In 1975 werd ook deze stad echter 'uitgezuiverd' om er na de val van het regime nooit meer weer helemaal bovenop te komen. Integendeel zelfs. Je hebt hier nu nog tal van akelige, bouwvallige verlaten vakantiewoningen die momenteel een beetje hetzelfde lot ondergaan als de ruïnes van Ankor. Nu, let wel, Kep is niet helemaal uitgestorven. 't Is alleen een heel stuk kleinschaliger geworden, en misschien is dat net de huidige charme van deze toffe kustgemeente. Vandaag bezochten we eerst de Krabbenmarkt. Hier worden sinds jaar en dag levende(verse) krabben verkocht die men bovendien 'direct uit de zee' klaargemaakt omgemaakt met wat heerlijke groene Kampotpeper op je bord te toveren. Ver-ruk-ke-lijk! Oscar kon er maar geen genoeg van krijgen 😊 . Na de crab market wandelden we verder naar Kep 'plage'. Dit strandje was gelegen in een prachtige kleine baai die omzoomt wordt door steile jungleheuvels. Behalve een kleine wandeldijk, een eetmarktje, een piertje met een kitscherig vrouwenbeeld en een paar laagbouwige strandwinkeltjes was er niets. Heel gezellig dus en zeker geen massatoerisme met overvolle stranden. Klein maar fijn, beter dan dat kun je het niet omschrijven....We zouden wel willen dat dit altijd zo mag blijven, al is dat waarschijnlijk naïef. Je merkt dat deze plek weer aan toeristische belangstelling aan het winnen is. Covid heeft dit een beetje vertraagd maar nu is de opmars waarschijnlijk niet meer te stuiten. Over enkele jaren zal Kep er vermoedelijk heel anders uitzien. Overal zie je dat men nieuwe -en dan vooral hogere- gebouwen aan het plaatsen is. Het pittoreske uitzicht van Kep aan zee zal -met de zeer soepele Cambodjaanse bouwvoorschriften- nooit meer hetzelfde zijn. Tja, wij kunnen dit wel jammer vinden maar dat zal de mensen hier terecht worst wezen als ze weten dat deze plek aan de kust voor hun land in het algemeen en voor hen in het bijzonder de (her)nieuw(d)e kip met de gouden eieren kan worden. Desondanks gaan wij hier nog enkele dagen volop van het rustieke Kep genieten zodat het actuele beeld zich in ons geheugen kan griffen.
26/01/23
Vandaag was het tuktukdriver Sokha die ons in en om Kep gidste. Onze twee pictureboys (blond, kind en wit vel = de succesformule om hier de harten van jong en oud te doen smelten) waren vanochtend nogal vroeg uit de veren waardoor ze een dagje sightseeing best konden gebruiken. Om te beginnen brachten we een bezoekje aan Sothy's farm. Op deze peperboerderij kregen we een interessante rondleiding langsheen de fameuze peperplantages waar deze streek bekend om staat. Zo kwamen we te weten dat witte, zwarte, groene of rode peper allemaal van dezelfde plant afkomstig zijn. De verschillen zitten hem enkel in de verwerkingswijze nadat de peperbolletjes geoogst worden. Als men de groene peper kookt en laat drogen krijg je zwarte peper. Rode peperbollen zijn dan weer iets rijpere groene bolletjes die nadat ze gekookt zijn en van hun jasje ontdaan werden letterlijk vervellen tot witte peper. Duidelijk allemaal? Behalve peper had de boer ook nog tal van andere tropische vruchten in zijnen hof staan waar hij ons al even boeiend over wist te vertellen. Ons zul je nooit meer zien missen tussen een mango-of een papayaplant en ook het verschil tussen een jackfruit en een durian is voor ons zonneklaar. Na de landbouwschool reden we verder naar Wat Kirisan. Een zoveelste tempel? Neen, toch niet helemaal. Deze Wat is namelijk gelegen in het ingedeukte binnenste van een karstheuvel. Door eeuwenlange insijpeling van regenwater was deze kalkmonoliet hol geworden waardoor deze uiteindelijk onder zijn eigen gewicht implodeerde. Resultaat, een 30tal meters diep gat waar men onder een uitstekend stuk rots een liggend Boeddhabeeld had geplaatst. Ja, beste indrukwekkend... En misschien hadden we nog wat langer willen blijven maar de magen van onze posterboys 😊 beslisten hier anders over. Dus ging Sokha ijverig op zoek naar een eetgelegenheid wat op dat uur van de namiddag blijkbaar geen sinecure was. Na enig heen en weer tuktuken kwamen we terecht in een wel héél lokaal wegrestaurantje. Daar ontpopte onze superguide zich nu snel tot ober waarbij hij het eten van de gastvrouwe/kokkin voor ons letterlijk uit haar potten viste! Rijst, kip in koolsaus, ei met heel veel chilli en nog enkele ondefinieerbare schijfjes (gelakte?) (varkens?) slechtst... maar allemaal superlekker! Lokaler kun je wat eten betreft volgens ons niet gaan. We dachten zelfs even dat we het eigenste middageten van dat mensje aan het binnenspelen waren. Bon, met een gevulde maag reden we toen terug richting Kep om er nog even halt te houden bij een zoutwinnerij. Interessante stop om te zien hoe men via het verdampingsprincipe in grote afgedamde zeewaterakkers zout liet uitkristalliseren. Een mooie afsluiter dus van weerom een mooie dag in dit toch wel bijzonder schitterende land.
27/01/23
Vandaag waren we van plan om eerst een korte wandeling te maken door het Kep National Park. In dit junglepark op de toppen van de heuvels rond Kep hoopten we aapjes te kunnen spotten want gisteren hadden we er al eentje op het dak van ons guesthouse (dat gelegen is aan de rand van het park) zien zitten. Toen we bij het entreehokje aankwamen bleek echter dat we enkel een biljet van 100 $ op zak hadden om slecht 4 dollar me te moeten betalen. Zoveel wisselgeld had die arme loketbediende natuurlijk niet in zijn kassa zitten dus zat er niets anders op dan onverrichter zake terug te keren. Echt jammer, al lachten de jongens in hun vuistje want ze hadden in deze hitte toch niet zo heel veel zin in apengapen. Gelukkig hadden we voor de namiddag via de supervriendelijke uitbaters van ons hotel een bootje kunnen regelen om naar Koh Tonsai of Rabbit Island te gaan. Dit eiland in de vorm van een konijn ligt op 20 minuten varen van Kep en is de plek bij uitstek om niks te doen. Beetje zwemmen, beetje liggen, beetje eten, beetje drinken en dat alles in het prachtige clichédecor van een tropisch eiland. Ook hier echter vrezen we dat de ongereptheid over enkele jaren verdwenen zal zijn. Op de uithoek van het eiland zagen we dat men reeds met zware graafmachines hele schellen jungle had weggeschept om waarschijnlijk een of ander luxeresort neer te kunnen poten. De Kep Lodge* gerant wist het gisterenavond nog treffend te verwoorden. "Voor de Cambodjaan is beton een symbool van vooruitgang." Nu, je kunt het hen niet echt kwalijk nemen want tja, waar staan wij met onze zogenaamde betonstop? Morgen reizen we per trein -'t is eens iets anders- verder naar Sihanoukville om van daaruit hopelijk het Cardamongebergte in te kunnen trekken. Dus moeten we helaas afscheid nemen van Gerard, onze huistokay. Deze jumbogekko zat hier drie dagen achter ons gordijn als natuurlijke insectenverdelger en ja, dat schept een band 😊 . Bedankt voor alles Gerard, we zullen je missen.
*beste verblijfplaats in Kep
29/01/23
Gisteren spoorden we dus van Kep richting Sihanoukville. Om de tijd wat te doden beslisten de jongens om even te voetballen met de andere wachtende kinderen en buurtbengels. Ook de aanwezige tuktukdrivers wisten hoe ze creatief met de wachttijd om konden gaan. Nooit gedacht dat een spelletje sandaalpetanque met een hoopje Riels (Cambodjaans geld) zo'n hoge amusementswaarde had! Na enige vertraging -waar niemand zich hier overigens druk om maakt- kwam het retrotreintje in het vrolijkste station van Cambodja aan en konden we naar de grootste havenstad van het land tjoeken. Waar onze reisgids nogal minnetjes deed over deze stad waren wij net enorm onder de indruk. Sihanoukville is inderdaad niet mooi maar dat maakt ze daarom zeker niet minder interessant! Deze kustgemeente is dan ook zeer atypisch naar Cambodjaanse norm. Het eerste wat opvalt is dat deze stad geen geheel vormt. Het is eerder een groot gebied waarin verschillende los van elkaar liggende wijken door veel te grote, moderne maar haast verkeersvrije wegen met elkaar verbonden zijn. Tussen de wijken ligt dan een soort 'waste land' vermoedelijk te wachten om ooit bebouwd te worden. Het tweede zeer vreemde fenomeen hier is de aanwezigheid van torenhoge megalomane building. We zijn er echter nog steeds niet uit of deze stad dan wel een grote bouwwerf of een grote bouwruïne is. Heel veel van deze hoogbouwtorens liggen er namelijk totaal verlaten bij en velen ervan zijn in hun ruwbouwfase blijven hangen, vreemd. Wat eveneens opvalt is dat je overal in het straatbeeld behalve Cambodjaanse ook Chinese opschriften ziet staan. Dit laatste zou volgens ons al het vorige kunnen verklaren. We lazen immers dat Sihanoukville voor de Chinezen een beetje is zoals Mallorca (Unsere Insel) voor de Duitsers. Hele grote stukken van deze stad werden de laatste jaren door China opgekocht (waarschijnlijk om de haven in hun macht te krijgen). Daarom denken we dat covid ook hier een serieuze spaak in de Chinese bouwwoedewielen kwam steken met al die leegtes en spookgebouwen tot gevolg. Nu, Chinees, Cambodjaans, Cambochinees...'t Maakt niets uit maar indrukwekkend is het wel. Vooral 's avonds als alle neonopschriften oplichten. Heel eventjes waan je je in Hongkong!
Vandaag deden we wat de inwoners van Sihanoukville op zondag doen. Afzakken naar het strand, picknickmatjes leggen, hangmatten knopen, bbq opstellen, frigoboxen openzetten, muziekje erbij, allerhande etenswaren uit isomobakjes halen en fretten en chatten maar. Kortom een heerlijke chaos! Men doet hier zowat alles on the beach wat leuk is maar bij ons reeds door 'reglementitis' verboden is. Wat een vrijheid, and our kids they loved it!