Reisverhaal «Bye Brisbane, blitsbezoek Bali »
My First Trip...
|
Indonesië
|
0 Reacties
02 Juli 2023
-
Laatste Aanpassing 27 Juli 2023
Het afscheid van ons busje was kort. Veel tijd om te treuren hadden we niet want er moest weer eens heel wat (financieel) geregeld worden voor ons volgende verblijf op Sulawesi. Na de gebruikelijke geldperikelen konden we gelukkig nog even genieten van de kosmopolitische sfeer van Brisbane. Vooral het South Bank Park langs de oevers van de Brisbane River met haar verschillende speelpleintjes, zwemgelegenheden en ligweides konden wij -en dan vooral onze jongens- heel hard waarderen. In Brisvegas, zoals men de stad vroeger smalend noemde omwille van de vele casino’s, is er een grote Aziatische gemeenschap en deze stad is ook een populaire vakantiebestemming voor mensen uit het Oosten. Een ideale afsluiter dus om ons verdere verblijf in de Zuidelijke Oriënte mee te hervatten. In feite waren we initieel van plan om na Australië nog naar Vanuatu te gaan. Toen echter bleek dat dit organisatorisch nogal omslachtig was en we slechts drie weken tijd hadden veranderden we van koers en lieten we met pijn in het hart deze mythische eilandstaat figuurlijk links maar letterlijk rechts liggen. Nu, op de luchthaven van Brisbane had Charlotte toch nog haar Pacific Island momentje toen een zestal stoere Vanuatumannen met smekende puppie-oogjes kwamen vragen of ze hen kon helpen om hun smartphone met het Wifinetwerk te verbinden. ‘For TikToktiktoktiktok Madame’. Grappig om die donkere bebaarde kasten van venten braafjes als schooljongetjes in een rijtje te zien staan voor hun lieve connectiejuffrouw 😊. Na een nachtje ‘slapen’ in de luchthaven namen we dus een zes uur durende oersaaie vlucht (voor schermentertainment moest er bijbetaald worden) richting Denpasar op Bali. Aaah wat zalig was het om bij aankomst in de luchthaven de vertrouwde geuren, warme vochtigheid en heerlijke chaos van Azië weer te kunnen omarmen. ’t Was zelfs een beetje als thuiskomen.
Kuta is als een schilderij van Jackson Pollock. Rommelig, ongestructureerd, druk, slordig, alles op een hoop…en net dat maakt deze plek zo mooi, charmant en intrigerend. Jolie-Laide of de schoonheid en het karakter van het allesbehalve perfecte! In reisgidsen heeft men het vaak neerbuigend over ‘plat massatoerisme’ maar daar kunnen wij als Blankenbergse ervaringsdeskundigen niet helemaal akkoord mee gaan. Toch niet in de betekenis van ‘Westers geassimileerd’. Er krioelt hier inderdaad een massa volk, en soms lijkt het wel of je in een termietennest beland bent. Maar het zijn dus niet alleen Westerlingen die hier alom krioelen. Ook Indonesiërs zelf, en andere Oosterlingen hebben de weg naar dit populaire vakantie-eiland al langer ontdekt. En ja, verder naar Nusa Dua heb je inderdaad wel de typische ommuurde Resort vakantiegevangenissen waar alles ‘Continentaal’ is (of Bokrijk-Balinees). Maar in de kleine kronkelige (winkel)straatjes van Kuta voel je het authentieke Aziatische hart nog volop kloppen. Kuta is dan ook een perfecte melting pot van Oosters traditioneel en Werelds modern. Waar anders zie je een hippe Aussiegirl op een surfplank staan terwijl er een honderdtal meter verder op het strand een Hindoeïstische crematie aan de gang is. Fascinerend toch?
Het volgebouwde Zuid Balinese schiereiland is als een geografische fistel die aan de rest van het eiland plakt en daardoor de acuut ontstoken verkeerskundige blindedarm van Bali vormt. Op de enige dag die we hadden voor we naar Sulawesi vlogen wilden we graag een bezoek brengen aan de Tanah Lot tempel op een vijftiental kilometer ten noorden van Kuta. Een kleine vijf uur later konden we nog net de zon zien ondergaan bij de Pura Luhur Uluwata tempel op een twintigtal kilometer ten zuiden van Kuta! Mens wat was dat? Nog nooit hebben wij zo hard vastgezeten in een eindeloze monsterfile. Heel het zuiden van Bali stond muurvast! De verplaatsing van Australië naar Bali ging haast sneller dan dit ‘korte’ uitstapje op het eiland zelf! Onze chauffeur had er nochtans goede moed in toen we naar het noorden vertrokken. Toen we daar echter zowat een tweetal uurtjes vaststonden en de stilstaande autorij nog ver tot achter de horizon reikte, besloot hij om rechtsomkeer te maken en naar het zuiden te rijden. Tevergeefs want ook daar had er zich ondertussen reeds een verkeersberoerte voltrokken. Zen, moksha, wijd open chakra’s….Onze taximan had waarschijnlijk heel zijn Hindoeïstische geloofswinkel nodig om in deze verkeersheksenketel rustig te blijven en zijn zelfbeheersing niet te verliezen. Wat hem trouwens ook wonderwel lukte en waarvoor wij hem nu nog steeds dankbaar zijn. Soit, wat onze frustratieonderdrukking betreft, lieten we het niet aan ons hart komen. Bali werd dan wel een beetje balen, maar dus ook vooral lachen met de absurde toestand waarin we terechtgekomen waren.