Reisverhaal «Semporna & Mabul (Borneo)»
My First Trip...
|
Maleisië
|
0 Reacties
31 Maart 2023
-
Laatste Aanpassing 31 Maart 2023
Semporna en Lahad Datu zijn twee doorreissteden die we toch nog even willen vermelden al was het maar om elke toekomstige Borneoreiziger te waarschuwen dat niet enkel in de jungle de keiharde survival of the fittest-wet geldt. In beide steden en vooral dan langs de waterkanten zagen we uitgestrekte kramakkelige paaldorpen van illegale immigranten die er in ellendige omstandigheden trachten te overleven. De zeenomaden of Bajau die jarenlang als staatloos volk in de Celebeszee woonden en hun voedsel en inkomsten haalden uit de diepzeeduikvangst (waarbij ze genetisch de gave kregen om extreem diep en lang onder water te duiken) leven nu vaak als paria’s in deze paaldorpen langs de kusten van Sabah. Omdat ze officieel geen Maleisische staatsburgers zijn krijgen ze geen overheidssteun en kunnen hun kinderen geen onderwijs genieten. Daarom ook leiden de meesten van hen nu een leven (en dit inclusief de kinderen) als bedelaar, afvalverzamelaar, boodschappentasdrager, afwasser of illegale visverkopers. Hier op Borneo worden deze mensen door de plaatselijke bevolking gedoogd maar voor de rest grotendeels aan hun lot overgelaten. In die zin is de ‘mensennatuur’ in dit deel van Maleisië een afspiegeling van haar (overgebleven) junglenatuur. Een zeer rijke verscheidenheid maar zonder (sociale) genade.
Muren bouwen om problemen op te lossen is nooit een goed idee. Denk aan Berlijn, Oost-Jeruzalem, de Gazastrook, The Mexican Border…Het effect van een muur is dat je jezelf in een zekere zin opsluit en een ander net uitsluit of vice versa. Vroeg of laat breekt de muur en ironisch genoeg is dat vaak het begin van het einde van het probleem. Ook op het duik en snorkeleiland Mabul staat een muur. Zo eentje met glasscherven vanboven en dat voorspelt weinig goeds. De muur vormt de grens tussen ons snorkel/duikresort en de naburige Bajau die er in bittere armoede en in het midden van hun eigen afval -waar ze wegens de afwezigheid van overheidssteun geen weg mee weten- moeten leven. Daarom dus zou deze muur een maskeerwand kunnen zijn. Maar in die functie is ze soms overbodig aangezien een groot deel van het duikvolkje de werkelijkheid hier enkel en alleen maar door de zeepaardenbril van de eigen duikgedachten ziet. YOLO, jazeker maar dat geldt evenzeer in de negatieve zin voor hen die langs de andere kant van de muur zitten. Gelukkig zagen we ook wel enkele witte raven (of beter dolfijnen) die als uitzondering de regel bevestigden. Feit is dat een luxueuze gouden kooi niet altijd comfortabel aanvoelt. Even dachten we zelfs dat we op het ‘vuurkamp’ van Annelien Coorevits & Rik Brandsteder terechtgekomen waren 😊. Nochtans heeft Scuba Junkie, het resortbedrijf, wel degelijk aandacht voor het probleem. In het restaurant zien we elke dag een dame zitten die zeedierpoppetjes haakt als souvenirs. De verkoopopbrengst is bedoeld om de local community te steunen. Mooi van hen maar volgens ons toch eerder een symbolisch doekje voor het bloeden. Alle respect dat ze met veel toeters en bellen de overbevissing (van haaien) een halt willen toeroepen maar dan hadden we er wel graag bij willen zien hoe het zeedierpoppetjeskraam elke dag opnieuw in een mum van tijd leeggevist werd. Het voelt wrang aan dat het welbevinden van een schildpad meer aandacht krijgt dan het welzijn van de eigen medemens. Vandaar, breek die schandelijke muur af en betrek de hele lokale gemeenschap in je duikgoudmijn. We hebben drie dagen alle mogelijke varianten van kip mogen proeven en dat terwijl de Bajau -in hun traditionele manier- de meest ervaren ecologische zeediervissers zijn (als ze dus niet uit bittere armoedewanhoop gif en explosieven gebruiken). Men importeert duikers van het vasteland en dat met buren die genetisch halve zeemeermensen zijn! Begrijpen wie begrijpen kan! Tussen ons goedgevulde programma van drie snorkelsessies per dag waagden we ons dus (als enigste toeristen) om eens achter het muurtje te kijken. Bergen smeulend afval, een wirwar van krothuisjes, massa’s doelloos rondlopende bewoners en een sfeer die net niet vijandig was. Soit, extreme rijkdom en armoede op een eiland niet groter dan een zakdoek dus. Dat moet als explosieve cocktail vroeg of laat tot ongelukken leiden. Zo moet de Maleisische overheid ook gedacht hebben. Men stampt hier momenteel op dit al overbebouwde eiland een gigantische kustwachtkazerne uit de grond. Officieel om de piraterij op zee te verhinderen. Officieus waarschijnlijk om de locals (beter) in de gaten te kunnen houden. Waarom anders zou de bouwwerf met een prikkeldraadversperring -what’s in a word- ommuurd zijn. Neen, muren voorspellen nooit veel goeds…
Ooh ja, we zouden het haast vergeten maar de zeefauna en flora rond Mabul en de naburige eilanden is ronduit prachtig. De koraalriffen wemelden van het leven. We zagen zowat heel Finding Nemo maar dan in ’t echt en konden bijna handje schudden met de tweeënveertig zeeschildpadden die voorbij kwamen zwemmen. Zelfs de (schijn)aanval van een ‘broedende’ triggerfish bracht de natuur hier letterlijk heel dicht bij onze neus. Fenomenaal! De wereld op z’n kop dus. Hier immers ligt het paradijs in de onderwereld en bevindt de hel zich op het land. De rijkste vangst voor ons was dan ook deze van een hele vismand gehaakte zeedierpoppetjes waarvan we er trouwens nog twee gratis gekregen hebben van de poppenmaakster omdat ze de aandacht van onze boys voor haar werk zo hard kon waarderen! Wij rijk is heeft, wie arm is geeft.