Reisverhaal «Van Negombo tot Anuradhapura»
My First Trip...
|
Sri Lanka
|
0 Reacties
30 Juli 2023
-
Laatste Aanpassing 19 Augustus 2023
Wanneer we vanop het terras van ons hotel in Negombo naar beneden kijken zien we pannen op de daken liggen en mensen met een fiets rijden. Om maar te zeggen dat we op Sri Lanka weer een beetje dichter bij huis zijn. Ook al is er van thuiskomen nog lang geen sprake! Of ’t is dat je met ‘thuis’ Sulawesi bedoelt, waar we onze tweede stek gevonden hebben. Ja, ondanks een verkwikkende night in white silkjes, na twee vervelende reisdagen, hebben we namelijk nog steeds last van de Budiblues. Gelukkig was er Nalinda om de pijn wat te verzachten. Deze taxichauffeur die ons gisterenavond naar het hotel bracht, ziet het ook zitten om ons morgen naar ons verblijf nabij het Wilpattu NP te brengen. Hierbij wil hij graag zijn native place laten zien en zijn we te gast om bij hem te komen eten. De mens was zelf zo lief om ’s avond nog eens telefonisch te checken of we wel tegen ‘spiceyness’ konden. You are positive people and therefore your spirits attrack other kind people…Zou geestengelover Budi dan toch gelijk hebben? Veel hebben we hier in Negombo trouwens niet gedaan. De jongens speelden wat in het zwembad en we maakten nog een kort wandelingetje langs het strand waarbij we konden zien hoe enkele vissers hun vangst verwerkten. We zagen inmiddels al heel wat natuurschoon gedurende onze trip maar toch zal het vooral de (ordinaire) menselijke cultuurpracht zijn die het meest zal bijblijven.
You are vèèèèry lucky sir. Onze safarigids kon dit superlatief van geluk niet lang genoeg uitspreken na ons bezoek aan het Wilpattu NP. Hoe weinig zeggend de flora en het landschap van dit park ook moge wezen (half-open savannebosvegetatie met grote ondiepe meren op een zanderige bodem) zo veelzeggend was haar fauna. Zowat alles wat in dit park leeft zonder bladgroenkorrels in het lijf tekende vanmorgen present! Ceylon spotted deers, Sambar herten, een lippenbeer, een visarend, een landvaraan, langoesten, makaken, purple faced languren, ijsvogels, een Javanese aalscholver, wilde pauwen, Sri Lankan junglefowls, krokodillen, painted storks, witnek-ooievaars, wilde waterbuffels, jackhalzen en als kers op de dierentaart kregen we nog drie luipaarden en plus. Enkel de olifanten, de grootste vierpoters van het park, zagen we ironisch genoeg niet. Maar dat kon ons (slurf)worst wezen! Beter dan dit zou het toch nooit geweest kunnen zijn. Wat trouwens ook niet beter kon was de aangename middag die we gisteren met Nalinda hadden. Deze taximan ontpopte zich al snel tot lokale gids en bracht ons dus naar zijn huisje waar we voor de lunch eerst nog wat in de achtertuinrivier afkoeling konden zoeken. Na het plonsje kregen we een voortreffelijke maaltijd voorgeschoteld en maakten we nog een kranige dame van 85 lentes blij door haar als ‘witten’ een bezoekje te brengen. Sri Lankan people are very hostile and they like to meet foreign people. Leuk om dit te horen Nalinda. Het klinkt ons alvast als muziek in de oren!
Osnoprodavonoblikavitch, wij die zo trots waren dat we de naam van de Hotel O eigenaar uit het gelijknamige Kiekeboe-album eindelijk feilloos konden uitspreken waren er vandaag aan voor de moeite! We bezochten namelijk Mahavihara, het spirituele centrum van de oude heilige stad Anuradhapura. Deze stad was de eerste hoofdstad van Sri Lanka onder koning Pandukhabaya maar zal zijn Boeddhistisch religieus karakter pas verwerven onder koning Devanampiya Tissa. Om in de tongtwisters te blijven: In Mahavihara namen we eerst een kijkje bij de Sri Maha Bodhi, een stek(je) van de originele heilige Maha Bodhi boom in Bodhgaya waar prins Siddhartha Gauthama ooit ‘het licht zag’ en zo Boeddha werd. Vervolgens wandelden we samen met talloze in het wit geklede pelgrims rond de impressionante 55m hoge Ruvanvelisaya Dagoba. Deze stupa werd gebouwd onder koning en volksheld Dutugamunu en zou een beetje crematie-as van de Boeddha herbergen. Tot slot beklommen we nog de bloedhete Isurumuniya Vihara rotstempel waar we ook het geliefdenbeeld van prins Saliya en Asokamala konden bewonderen. Na deze laatste tempel lag onze tong volledig in de knoop en waren onze voetzolen zowat verkoold. Alle heiligdommen moesten namelijk blootvoets bezocht worden en dit onder een loden tropenzon. Geheel cultureel verzadigd gingen we dan maar picknicken met taxigids Nalinda aan één van de vele grote kunstmatige waterreservoirs die door de verschillende heersers van de stad aangelegd werden om de omliggende rijstvelden te kunnen irrigeren. Hiermee kon men de heilige stad ook over het droge seizoen heen van voedsel voorzien. Na het weerom zéér smakelijke eten dat Nalinda’s vrouw voor ons had klaargemaakt namen we afscheid van onze Bewear-adept guide en gingen we onszelf uitgebreid blussen in het zwembad van ons homestay. Ooh man, dat voelde nu eens echt supercalifragilisticexpialidocious!