Reisverhaal «Hue tot Phong Nha op de moto»
My First Trip...
|
Vietnam
|
0 Reacties
24 Februari 2023
-
Laatste Aanpassing 24 Februari 2023
18/02/23
Vanuit Hoi An namen we de grappige ‘ligbus’ om naar Hué te reizen. In deze bussen dus geen zitplaatsen maar ligzetels die zich stapelbedgewijs langs de randen en in het midden van de bus bevinden. Heel handig vooral nadat bleek dat we onze gsm’s in de taxi hadden laten slingeren die ons naar de bus had gebracht. Gelukkig wist onze vriendelijke chauffeur dit na enig rondbellen snel voor ons in orde te maken maar toegegeven, dan was zo’n ligzetel toch ideaal om even van de schrik te bekomen! Vraag een Vietnamees wat zijn familienaam is en hij zal zeker Nguyen antwoorden. Deze naam is zowat de Jansens van Vietnam en ook dat is geen toeval. We zijn momenteel in Hué, de koninklijke -zo je wilt- keizerlijke stad van Vietnam. Het is hier dat de verschillende telgen van de Annam (Nguyen) dynastie binnen de muren van de citadel hun keizerlijke stad lieten bouwen en in de buurt rond de stad hun praalgraven. Wat de huisvesting betreft moesten ze wel bovengemiddeld groots denken want ook hun talloze concubines en de daaruit voortvloeiende kinderen moesten van een thuis voorzien worden. (Recordhouder Ming Mang had 144 vrouwen, maar verzuchte dat het makkelijker was om zijn land te regeren dan zijn harem.) Deze koni(j)n(k)lijke paringsdrang heeft er dus voor gezorgd dat er de dag van vandaag nog heel wat vorstelijke nakomelingenbloed in de stad aanwezig is. Nu, “vele kilometers rijden betekent daarom niet dat je een heel grote auto hebt”. In die zin moest er naar ons gevoel toch heel wat ‘gecompenseerd’ worden bij de opeenvolgende koningen/keizers. Alles wat ze namelijk lieten bouwen was (te) groot. Dit was vermoedelijk heel heilzaam voor hun ego maar voor ons -bezoekers van hun bouwerfenis- werd het soms toch wel een beetje vermoeiend. Tijdens ons bezoek aan het mausoleum van Thu Duc (de impotente, en bovendien amper 1,50m hoge keizer die nog meer te compenseren had 😊) en de keizerlijke stad leek er aan het aantal royale vertrekken, stèles, bonsaituinen, beelden en paleismeubilair maar geen einde te komen. Dan waren we blij dat dit opbod aan keizerkunst geneutraliseerd werd door het schitterende transportmiddel dat we voorgesteld kregen. Het concept heet ‘easy riders’ en het is geniaal! Motorijders brengen je waar je maar heen wil gaan en dit tot groot jolijt van de kinderen. Ook de goudvissen in de graftuinvijver van zielepoot Duc , het mooie uitzicht op de Parfumrivier bij de Amerikaanse bunkers en het apocalyptische drakengebouw in het verlaten en vervallen waterpark van Hué brachten wat luchtigheid in deze monarchistische beladen kunststudiedag. Oef!
19/02/23
Get your motor runnin’. Head out on the highway. Looking for adventure. In whatever comes our way! Jawel, op uitnodiging van onze easy riders Angh en Pho ging ons bikersverhaal dat we gisteren begonnen gewoon door! Vandaag cruiseden we achterop de moto van Hué naar Khe Sahn. Het klopt inderdaad dat je het ‘echte’ Vietnam het best leert kennen vanop een motorbike. We startten onze rit op de QL1A, de highway die over duizenden km dwars door Vietnam loopt en het zuidelijke Saigon met het noordelijke Hanoi verbindt. Na een 40tal km reden we richting kust om er op het strand van Bai Bien Cua Tung een eerste tussenstop te houden. Vervolgens reden we verder langs een sfeervolle seasiteroad naar de tunnels van Vinh Moc, weerom een relict uit de Vietnamese burgeroorlog. Hier immers nabij de beruchte 17e breedtegraad (de scheidingslijn tussen Noord-& Zuid Vietnam) dropten de Amerikanen een absurde lading bommen om de smokkelbevoorrading van wapens uit het Noorden aan de opstandelingen in het Zuiden door te snijden. Het gevolg was dat de dorpelingen uit de buurt ter hoogte van Vinh Moc een gigantisch netwerk aan schuilhutten, loopgraven en tunnels uitbouwden in de kleigrond om aan de bommenregen te ontsnappen. Deze tunnels zijn een symbolisch icoon van de grenzeloze menselijke overlevingsdrang. Hoe kan een vlo een olifant verslaan? Simpel, met Vietnamese wilskracht en volharding! Het hele complex was 2km lang en de met de handen uitgegraven aarde werd in bomkraters gedumpt of ’s nachts in zee geloosd om uit het zicht van de Amerikanen te blijven. Dit menselijke mierennest bestond uit leefruimtes, keukens, toiletten, een waterput, luchtkokers, een ziekenboeg en een ontspanningsruimte. In de tunnels werden kamertjes (2m2) uitgegraven waar gemiddeld 7 mensen in (over)leefden. Ook was er een ‘kraamhokje’ waarin er gedurende heel de periode dat de tunnels als schuilhol fungeerden 17 kinderen geboren werden! De gangen, in drie verdiepingen, boden plaats aan 60 families maar op hun hoogtepunt waren er 600 mensen die er een onderkomen vonden. Dit dorp onder de grond werd meerdere malen gebombardeerd maar werd wonderwel nooit geraakt. Na de tunnels reden we terug landinwaarts naar de Hien Luong bridge in de ooit Gedemilitariseerde Zone. Deze brug over de Ben Hai was tijdens de oorlog de enige verbinding tussen het kapitalistische Zuiden en het communistische Noorden. Vanop beide oevers daagden deze vijandige buren elkaar genadeloos uit met luidsprekers die eindeloos propagandaslogans uitbraakten. Gezellig was anders! En toen kon het echte freeriden beginnen. Het vlakke rijstlandschap maakte plaats voor het Vietnamese berglandschap. Waauw tof zeg, al leek hel wel even dat onze Motor Cycle Dairies zouden uitdraaien op een Motor Cycle Diarrhoea! Een of andere darmduivel had zich in mijn spijsverteringsgangen genesteld met enkele levensnoodzakelijke sanitaire tussenstops tot gevolg. Beste Boskakvrienden, I did the real stuff 😊. Enfin, uiteindelijk klaarde het bruine onweer op en konden we het laatste stukje van onze rit in schoonheid afsluiten met enkele spectaculaire vergezichten tot we in Khe Sahn aankwamen. Nadat we de bagage in de hotelkamer gedropt hadden, kregen we van onze bikevrienden nog een zéér copieuze maaltijd in een plaatselijk restaurant aangeboden waarbij ze gezellig met ons meeaten. En dat het hen smaakte konden we aan hun schrok- en peuzelgeluiden heel duidelijk horen 😊. The Hungry Bikers in plaats van The Hairy Bikers. We zijn alvast razend benieuwd waar de weg ons morgen heen zal leiden, maar het staat nu al vast, dit is reizen op z’n best! Yeah darlin’ gonne make it happen. Take the world in a love embrace…..
20/02/23
Voor wie zich al altijd afvroeg wat er verder gebeurde met al die dode VC’s die bij bosjes om zeep geholpen worden in Amerikaanse Vietnamoorlogfilms of -series. (Je kent het wel, de Amerikaanse supersoldaat schiet één keer en hop daar reutelen plotsklaps tien gemene ‘identiteit loze’ Vietcongs naar Pierenland.) Wel die gesneuvelden kregen -voor zover men ze terugvond- ook een menswaardig graf waar hun nabestaanden konden komen rouwen. Na een korte stop bij de Khe Sahn Combat Base, (De Amerikaanse luchtmachtbasis die de mythische Ho Chi Mihn-route vanuit de lucht bestookte en de plek waar Amerikanen en Vietminh in 1968 gedurende 77 bloederige dagen hun Verdun uitvochten.) reden we naar Truong Son Cemetry. Op deze begraafplaats liggen de lichamen van 13.000 teruggevonden soldaten maar worden er 33.000 gesneuvelden herdacht! Voor elke soldaat van jullie zullen er tien van ons sterven…en toch zullen we winnen! Deze profetische woorden van Ho Chi Minh worden op deze plek op een morbide wijze bevestigd, maar deze plaats deed ons eveneens inzien dat ‘geschiedenis’ als een raam is waarbij je nooit mag vergeten dat je er langs twee kanten doorheen kunt kijken…De locatie van dit historische litteken is allesbehalve toeval. Hier immers zetten we onze motorrit verder langs de Ho Chi Minh highway. Deze snelweg die nu omzoomd wordt door landbouwgrond en boomplantages was ooit de levensader (of beter het levenshaarvaatje) van het clandestiene bevoorradingsverzet. Het bestond uit niet meer dan een wildgroei aan paadjes die amper 1m breed waren dwars door wat toen nog dichte jungle was en die het Noorden in verbinding stelde met de rebellen in het Zuiden. Het transport van wapens, kledij en munitie gebeurde te voet, op speciaal omgebouwde transportfietsen en soms zelfs per olifant! Ondanks de hevige Amerikaanse bommenstortvlagen bleef dit transportlijntje standhouden maar wel ten koste van duizenden mensenlevens. Dan wordt al snel duidelijk waarom er langs deze weg nog steeds enkele oorlogsbegraafplaatsen als stille getuigen van dit duistere verleden in het landschap terug te vinden zijn. En om in de droevige sfeer te blijven hielp het weer een handje mee. Motorbiken is dolfijn maar dan moet er zonnetje bij zijn! In de regen met doorweekte voeten is er toch al wat minder lol aan. En toch zijn we nog steeds ontzettend blij dat we de keuze maakten om ons aan een Motardavontuur te wagen. Bedankt Angh en Pho, door jullie hebben we de smaak van het on the road cruisen te pakken en we kijken al uit naar meer van dat!
21/02/23
Vandaag bezochten we twee prachtige grotten in het Phong Nha ke Bang National Park. Dit door UNESCO erkende uitgestrekte natuurpark ligt bezaait met volledig door jungle overwoekerde karstheuvels en -bergen. Daar het hier om kalksteen gaat zijn deze ook nog eens doorweven van talloze grotten en spelonken. Dubbel natuurschoon voor de prijs van één dus. Nooit gedacht dat Moeder Aarde haar endeldarm zo bewonderenswaardig was. Vooral dan omdat deze ook nog eens rijkelijk gevuld was met druipsteendrollen en dit in allerlei vormen, maten en kleuren. Jawel, onze aarde is niet alleen wonderbaarlijk mooi langs de buitenkant, ook in haar buik heeft ze heel wat schoonheid in de aanbieding. Om de grotten te bezoeken hadden we de keuze om mee te gaan op een tour met een groep hippe -Oooh my Gosh- backpackers of een busje -Waar is George nu weer?- bejaarden. We kozen vanzelfsprekend voor dit laatste 😊. De eerste grot die we bezochten was de Paradijsgrot. In deze 32km lange onderaardse zaal kon je over een afstand van 1km langs een subtiel uitgebouwd houten wandelstaketsel de zotst mogelijke creaties van kalk en water gaan bewonderen. Han is mooi, maar het is derde provinciale. Wat we hier te zien kregen was de Champions League van de onderwereld! Deze mijnkathedraal (qua hoogte zeker geen overdrijving) was zo groots, breed en lang dat je er -ondanks de aanwezigheid van redelijk wat andere toeristen- de indruk had alleen te zijn. Grot, grotter, grotst wel dat was Paradise Cave! Niet alleen in de grond vielen de ohs en ahs te rapen. Ook de jungleomgeving erboven waar we doorheen moesten wandelen om tot bij de ingang van de spelonk te komen was best mooi. Ja, het oerwoud blijft ons nog steeds bekoren. Van het Paradijs vlogen we weer de bus op met onze tourmoaten (de moordenaar, Baltazar Boma, de Fijiman, mr Bean, de kauwvrouw….) en reisleidster ‘Choclate’ op weg naar Phong Nha om er te gaan lunchen. We werden in een mega-eetzaal gedropt waar we een mega hoop eten te verwerken kregen. ’t Was dus van fretten maar! Na deze rijkelijke maaltijd konden we aan het middagprogramma van de daguitstap beginnen. Nadat zenuwpeze Choclate ons als een toegewijde kleuterjuf voor de zoveelste keer geteld had mochten we nu gezellig gaan bootje zitten op de melkblauwe Sonrivier om naar de Phong Nha Cave te varen. Deze grot ga je namelijk langs het water binnen. De behendige schipster roeide ons eveneens over een afstand van 1km het hol in en ook hier warende woorden als ‘groot, ruim, hoog, breed….maar ook wonderbaarlijk, indrukwekkend, spectaculair en ongelofelijk op hun plaats (al was Charlotte wat minder enthousiast)! Het laatste stukje moest dan weer wandelend afgelegd worden waarbij we nog eens een kleurrijke revue van stalactieten, stalagmieten, kalksluiers en druipsteencolonnes passeerden. Deze grotcomplexen hebben hun UNESCO beschermingsstatuut echt meer dan verdiend. Van al de rijst die we al wekenlang te eten krijgen zou het trouwens best wel eens kunnen dat er zich in onze leidingen ook van dat soort natuurschoon aan het vormen is. Maar in dat geval hebben we liever niet dat je er in de overtreffende trap over kunt spreken laat staan dat het een VN conserveringslabel zou moeten krijgen😊
22/02/23
Momenteel ben ik hier als een bidsprinkhaan aan het typen op de slaapligbus die ons van Phong Nha naar Hanoi moet brengen. Qua ruimte denk ik dat zelfs de tunnelbewoners van Vinh Moc het beter hadden maar kom ’t zou maar een zestal uur mogen duren en da’s natuurlijk lang niet zo zot als die zes jaar dat zij als mieren onder de grond leefden. Vandaag besloten we om na een ochtendje lesgeven nog even met de fiets de omgeving rond Phong Nha te verkennen. En ja, het had wel iets om een broussebergritje te placeren tussen de karstbobbels. ’t Enige ambetante was wel dat onze fietsen die we via ons guesthouse gekregen hadden niet van dezelfde professionele makelij waren als deze van een beroepsberggeit. En diezelfde bolletjestruidrager sleurt natuurlijk ook geen kindje op zijn bagagerekje mee. Zodoende hebben we ons tochtje dat lichtelijke Pyreneeënallures begon te krijgen wat vroeger dan gepland moeten staken en rechtsomkeer moeten maken. Jammer maar kom, ondanks de inkorting van ons junglequeeste kregen we toch nog enkele apen (vermoedelijk Beermakaken) en een Snuffelslang (of Langneusboomslang) te zien. Dat heb je dan wel met wildlife. Meestal laat het zich van geen kanten spotten maar soms -en wie weet misschien uit medelijden- heb je dan toch eens een dagje waarbij je het winnende oerwoudlotje te pakken hebt.